eCMR / Digitalisering

 

Terug naar Supply Chains

Lage en trage adoptie 

Nederland loopt relatief voorop in het aanbod van e-CMR providers en de adoptiegraad van de elektronische vrachtbrief. Toch is nog steeds maar maximaal twee procent van alle (inter)nationale vrachtbrieven volledig digitaal. Vaak wordt verwezen naar de beperkte ratificatie van het e-CMR protocol door onze buurlanden: zo zal Duitsland pas in 2024 of later defacto een e-CMR accepteren. 

Onderzoek naar de oorzaken van de lage adoptie laat zien dat er een veelvoud van barrières is, die in de praktijk de toepassing tegenhouden, zoals:  

  • Relatief hoge kosten van invoering versus onduidelijkheid over de business case voor met name de vervoerders. De hoge kosten zijn zowel IT-kosten (koppelingen) als onverwachte procesaanpassingen (Business Process Redesign). 
  • Onduidelijkheid over eisen en wetgeving, zowel in een land als over de verschillen tussen landen. 
    • Het e-CMR verdrag is een VN-verdrag (niet Europees), maar de data wordt ook gebruikt voor handhaving.
    • De interpretatie van de eisen is niet consistent tussen partijen.
    • Er zijn meer dan 1000 wetten die betrekking hebben op internationaal vervoer met alle modaliteiten, waarvan > 350 die betrekking hebben op wegvervoer.
      Er is überhaupt weinig kennis over de digitale uitvoering van deze wetgeving.
    • De komende eFTI-verordening die Europees geldt, verhoogt de “ruis”. 


Om de adoptie te versnellen, richt de Topsector Logistiek zich op het wegnemen van de barrières, zoals:
 

  • Samen met IenW uitzoeken wat de juridische context ten diepste is, en hoe digitalisering wettelijk uitwerkt; 
  • Stimuleren van interoperabiliteit; 
  • Inzetten op standaardisatie, vereenvoudiging, zekerheid, duidelijkheid;
  • Aansluiting internationaal met ontwikkelingen zoals in Duitsland (Open Logistics Foundation;
  • Synergie zoeken met ‘Digital Readiness’ als onderdeel van het DIL-project;
  • BDI-mogelijkheden introduceren als nieuwe oplossingsrichting. 

 

Toelichting wettelijke context

Het VN CMR-verdrag (1956/58 landen) en het aanvullende e-CMR-protocol (2011/29 landen) zijn bedoeld voor het verlagen van handelsbelemmeringen door het duidelijk regelen van de aansprakelijkheden in de driehoek verzender-transporteur-ontvanger.  

De juridische context van het CMR-verdrag is zowel privaat- als publiekrechtelijk en zijn historisch met elkaar vergroeid. Het CMR-verdrag is op een beperkt aantal onderdelen verankerd in nationale wetgeving. Op deze manier heeft de (inter)nationale wetgever handhavingswetgeving (t.b.v. controles op gevaarlijke stoffen, overbelading en cabotage) gekoppeld aan informatie, die eerder vooral bedoeld was om privaatrechtelijke afspraken te regelen.  

Werken met papier heeft geleid tot historisch gegroeide werkwijzen. Digitalisering voegt een nieuwe onzekerheid en complexiteit toe, onder andere over digitale handtekeningen en het al dan niet certificeren of gebruik van in huis ontwikkelde of maatwerk IT-oplossingen.