Het spoor als volwaardig alternatief in het multimodale netwerk 

 

Terug naar Multimodale Corridors

Aansluitend bij de Joint Declaration of Intent on the cooperation in promoting rail freight operations (JDoI) zoals getekend op 9 april 2019 tussen Nederlandse en Duitse partijen, voeren TNO en het Ministerie van I&W met marktpartijen het onderzoek van Paradigm Shift Rail uit. Dit richt zich op de toepassing van technologische innovaties als meer automatisering en digitalisering en effectieve ketenregie voor een andere inrichting van dienstregelingen en goederensamenstelling in treinen.  


De kosten van wegtransport zullen sneller afnemen dan die van het spoor, bijvoorbeeld door de toepassing van autonoom vervoer. Dan kan zelfs een ‘reversed modal shift’ plaatsvinden als wegtransport de voorkeur heeft. Hoe wordt het spoor in de toekomst toch concurrerend? Het onderzoek kijkt naar haalbare en effectieve innovatieve paradigm shift oplossingen om de efficiëntie, flexibiliteit, betrouwbaarheid en duurzaamheid van spoorvervoer op de Rotterdam-Ruhr corridor te vergroten. Daarnaast kijken de onderzoekers ook naar hoe bepaalde maatregelen dan geïmplementeerd moeten worden, in samenwerking en afstemming tussen verschillende partijen in het geval van disrupties; zogenoemde resilience services. 
 

Technologische innovaties 

Met medewerking van spoormarktpartijen uit Nederland en Duitsland (European Gateway Services, havenbedrijf Rotterdam, ProRail, DB, Duisport, Contargo, Lineas, BASF, RTB-Cargo en RSC) is gekeken naar technologische innovaties en de effecten daarvan. Deze maken een modal shift naar het spoor op twee manieren mogelijk; het verlagen van de kosten en het openen van nieuwe markten voor spoorvervoer, met name voor lange goederencorridors. Zo zullen Automatic Train Operation (ATO) en Real-time Traffic Management (RTM) de kosten van spoorvervoer binnen 10 to 20 jaar met 30% verlagen ten opzichte van 2020. En maken korte treinen of gecombineerde treinen een hogere frequentie en nieuwe bestemmingen mogelijk zonder additionele kosten.
En heel andere concepten met shuttle treinen met niet-kraanbare trailers, zoals verse producten, openen ook nieuwe markten voor spoorvervoer. Zonder deze technologische innovaties is een modal shift naar het spoor erg onwaarschijnlijk. 
 

Resilience services 

Maar hoe maak je die transitie dan? Door de weersverandering zullen omstandigheden zoals droogte of extreme regenval waardoor, binnenvaarttransport niet mogelijk is, steeds vaker voorkomen. De kosten van deze omstandigheden zijn enorm; in 2018 werd de schade door de lage waterstand geschat op 2,7 miljard euro! En je kunt niet zomaar even naar het spoor: dan moet je heel snel kunnen schakelen en is er ook tijdelijk extra capaciteit nodig. Om dit mogelijk te maken is er een platform nodig dat met transparantie de beschikbare capaciteit voor spoorpartijen inzichtelijk maakt.
Uitruilen en onderhandelen moet op dit platform zodanig mogelijk zijn dat de voordelen over de partijen ook gedeeld te kunnen worden. Daarnaast zijn ook speciaal toegewezen spoortrajecten nodig die snel opgeschaald kunnen worden. Dat vergt investeringen in terminals en spoorlijnen. Ten slotte vergt dit een veranderde rol van de overheid; met een resilience service met duidelijke protocollen moet zij verschillende stakeholders kunnen mobiliseren en vrachtvervoer prioritiseren. Hoe dat precies moet? Dat is de volgende vraag die opgepakt wordt!